Wil jij ook vogeltjes in je tuin deze winter?


De herfst komt eraan.

Het wordt koeler overdag maar ook ’s nachts. De dagen worden korter waardoor er minder tijd (daglicht) is voor de vogeltjes om hun voer bij elkaar te zoeken. Voor de vogeltjes die in de herfst bij ons langskomen, of gedurende de winter blijven, is bijvoeren noodzakelijk om ze de koude periode door te helpen. Ze verbranden veel energie om hun lichaamstemperatuur op peil te houden, maar ook om eten te vinden dat zeer schaars wordt. De besjes zijn geplukt en de zaden verdwijnen onder de grond door regen en sneeuw. Ze vinden dus minder eten terwijl ze het juist het hardst nodig hebben.

Vanaf eind september/ begin oktober, zéker als het al snel erg fris wordt, tot en met april mogen de vogels vetrijke producten eten. Als je nu al begint met voederen, weten de vogeltjes die hier blijven waar ze hun voedsel vandaan kunnen halen.



Wie wil nu niet uitkijken op een mooi vogelvoederplekje als je ’s winters binnen zit?

Het is zo leuk om te zien dat de tuinmerel (die erg territoriaal is) probeert de andere kleinere vogeltjes weg te jagen uit ‘zijn’ tuin. Probeer daarom ook op een aantal plekjes een huisje te zetten of een voederplankje te bevestigen. Merels houden niet van huisjes want daar kunnen ze niet op landen. De huisjes zijn veilig voor de kleinere vogeltjes én de merel kan niet op drie plaatsen tegelijk zijn. De dappere meesjes zijn niet zo bang en komen vaak met velen tegelijk eten. En ‘ons’ roodborstje? Komt ze weer deze winter? Je wil het toch niet missen?

Wat wel en wat niet, voor onze vogeltjes.

 Vetrijke producten zijn zoal: vetbollen, pindakaas, ongebrande en ongezouten pinda’s, halve gevulde kokosnoten waar dan weer pitjes, zaden, meelwormen in zitten. Er zijn natuurlijk ook veel verschillende mixen te koop, maden, larven en zonnebloempitten. Let wel op: er mag geen netje om de vetbollen zitten. Ze kunnen eraan blijven haken met hun pootjes of met hun scherpe snaveltjes een stukje plastic inslikken. Ook leg je het beste geen oud stuk brood of kaas buiten want daar zit veel zout in. Tenslotte kun je het beste ook weer niet té veel buitenleggen want dan trek je ander ongedierte aan zoals ratten en muizen.    



Wat geef je de verschillende vogels nu het beste?

Voor bijvoorbeeld de grotere vogels zoals de kraai, kauw, ekster, merel, kramsvogel, koperwiek, zanglijster, spreeuw en grote lijster maak je het beste een plekje vrij van sneeuw, dichtbij een heg. Daar kun je besjes, fruit, schillen van fruit, klokhuizen en gewelde krenten en rozijnen leggen.

De specht, boomklever, boomkruiper en gaai hebben dan weer baat bij noten, vetbollen, ongezouten pinda’s en zonnebloempitten. Het beste hang je die vast aan de stam van een boom of struik zodat ze er goed bij kunnen. Ook zij kunnen niet goed landen op een voederplank of vogelhuisje vanwege de stand van hun pootjes.

Het winterkoninkje, de heggenmus en het roodborstje eten het liefst bessen, meelwormen, broodkruimels, maden en larven, ongekookte havermout en uiteraard gemengd strooizaad.

De mussen, sijsjes, vinkjes, meesjes, keep, groene specht en de duiven eten dan weer graag vetbollen, universeel voer, ongezouten pinda’s, noten, onkruidzaden en zonnebloempitten. In een voederhuisje of op een voederplank, maar je mag ook wat onder de struikjes gooien.

Vergeet het water niet

Water is even belangrijk als voedsel voor onze vogels. Zeker in de winter. Wanneer het gesneeuwd heeft, komen vogels aan vocht door van de sneeuw te pikken. Maar bij vorst help je hen door een bakje water buiten te zetten, voeg echter niets toe. Vervang het water liever regelmatig zodat het niet dichtvriest.

Meest Recente Posts

Schrijf u hier in & ontvang als eerste ons laatste nieuws per mail

Hoe kunnen wij u helpen?

Heeft u een specifieke vraag? Alles is mogelijk. Neem contact met ons op en we beantwoorden u zo snel mogelijk.

Contacteer Ons